Cannabis is al lang in verschillende culturen en muziekstromingen geïntegreerd. Verschillende artiesten gebruiken het groene goedje als inspiratiebron.
Club des Hashischins
Door de industriële en technologische vooruitgang rond 1800 raakten veel Europeanen ontgoocheld en verlangden ze naar een diepere spirituele betekenis. De schrijvers en kunstenaars van deze periode zetten hun eigen onderzoek in, waarbij ze vaak psychoactieve stoffen gebruikten als opium om zich te bevrijden van de alledaagse wereld.
De Franse schrijvers uit de 19e eeuw waren op zoek naar een alternatief voor verslavende verdovende middelen. Ze hoopten dat de werking op het brein een manier zou kunnen zijn om hun creativiteit te verhogen. In de vroege jaren 1800 circuleerden geruchten over zo'n medicijn onder de oorlogsveteranen in Parijs. De soldaten die terug kwamen van Napoleons veldtocht in Egypte namen de hasj die ze daar hadden leren kennen mee terug naar Frankrijk.
De club des Hashischins werd in 1844 tot 1849 opgericht met de intentie om de effecten en ervaringen die werden opgewekt door drugs (met name hasj) te onderzoeken. De leden van deze groep bestond voornamelijk uit de literaire en intellectuele elite van Parijs waaronder Gautier, Baudelaire en Delacroix. Ze kwamen maandelijks samen in Hotel Pimodan waar ze een groene pasta gemaakt van cannabis, honing en pistachenootjes consumeerden.
Jazz
Zowel cannabis als jazz hebben een gewelddadige oorsprong. Het recreatieve gebruik van cannabis was een diepgeworteld onderdeel van veel Zuid-Amerikaanse en Caribische culturen. Cannabis werd al snel een populair gewas. Dat kwam niet alleen doordat het zo winstgevend was als bron van belastinginkomsten. Het werd door slaven ook ontdekts als een manier om even aan hun ondraaglijke omstandigheden te ontsnappen. Toen Mexicaanse immigranten met cannabis in de VS aankwamen, was het onderdeel geworden van een nieuwe Zuid-Amerikaanse cultuur.
Cannabis werd al snel geassocieerd met immigranten, de armen en 'mensen van kleur'. Een van die gemeenschappen gebruikten de kracht van cannabis om een nieuw muziekgenre te creëren: jazz. Uiteindelijk werd jazzmuziek net zo controversieel als je wietcultuur die er een belangrijke rol in speelde.
Louis Armstrong is een van de beroemdste grondleggers van de jazzmuziek. Hij beschreef in zijn biografie hoe hij zich voelde door cannabis. Armstrong probeerde geen reclame voor cannabis te maken, hij wilde alleen beschrijven welke rol het speelde in de jazz scene. De diepgaande relatie tussen jazz, cannabis en racisme maakte van jazzmusici een doelwit voor het Federal Bureau of Narcotics. Harry Anslinger richtte zich persoonlijk op Armstrong, Billie Holiday en andere jazzgrootheden.
Flower Power tijd: emancipatie van cannabis
In de jaren 1960 werd de cannabisplant een symbool van vrijheid voor de hippiebeweging. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er een roerige tijd waar oude normen en waarden op de schop gingen. Er hing een revolutie in de lucht waarbij veel jongeren in opstand kwamen tegen de snel veranderende maatschappij. De hippies gebruikten cannabis niet alleen om zich beter te voelen maar ook vanwege de drang tot zelfontplooiing en het gevoel ergens bij de horen.
Het Rotterdamse Holland Pop Festival, het Woodstock van Nederland, vormde het begin van het Nederlandse gedoogbeleid. Hoewel het gebruik van cannabis verboden was, werd het tijdens het festival oogluikend toegestaan door de (undercover) politie.
Ondanks de War On Drugs won de cannabis langzaamaan terrein. Steeds meer mensen leerden om zelf cannabis te kweken waardoor een nieuwe gemeenschap opbloeide. Na ongeveer 10 jaar stierf de hippiebeweging langzaam uit. Maar cannabis bleef vanaf de hippietijd in meer of mindere mate verbonden met verschillende populaire culturele stromingen. Een goed voorbeeld hiervan is het openlijk goedkeuren en gebruiken van cannabis door vele hiphopartiesten.
420
In de jaren '70 kwam een groep vrienden elke dag om 20 over 4 's middags na schooltijd bij elkaar. Ze hadden een verhaal gehoord over een veld met cannabisplanten op een geheime locatie. De oorspronkelijke kweker gaf hun een schatkaart waarna ze wekenlang op zoektocht gingen. Helaas hebben ze deze schat nooit kunnen vinden maar de term 420 bleef hangen als codewoord om lekker samen een jointje te roken en werd zo verspreid over verschillende groepen over de hele wereld.
Hiphop
In de jaren 1980 was cocaïne dé populaire drug, niet cannabis. Het roken van wiet was niet cool en werd enigszins geassocieerd met Cheech and Chong of de hippies. Dit veranderde toen het decennium omsloeg en de hiphop scene meer invloeden kreeg. Hiphop en alternatieve muziek kregen steeds meer een politiek randje en boden het gevoel van meer vrijheid om afwijkende meningen te uiten.
Als gevolg van de politieke omgeving en tal van andere redenen is cannabis vanaf het begin geïntegreerd in de hiphopcultuur. Een groot aantal hiphopartiesten hebben vanaf het begin tot op heden een grote invloed op de normalisatie van cannabiscultuur in Amerika. Een aantal van de bekendste hiphopartiesten die zingen over cannabis zijn: Cypress Hill, Dr. Dre en natuurlijk Snoop Dogg.