Geheel in lijn met internationale afspraken werd ook in Nederland in 1953 het bezit én de productie van cannabis strafbaar gesteld in de zogenaamde Opiumwet. Na de hippietijd begon er in Nederland echter een andere wind te waaien en begon men anders te denken over hoe men als overheid moest omgaan met het gebruik van en de handel in cannabis. Begin jaren zeventig begon men vooral het gebruik en de handel in cannabis oogluikend toe te staan. Waar cannabis bij de wet verboden bleef, trad de overheid er niet meer handhavend tegen op. Dit gedoogbeleid werd in 1976 vastgelegd in de "Aanwijzing bij de Opiumwet" die voorschrijft hoe handhavers (Openbaar Ministerie, Politie, Rechters) moeten omgaan met overtredingen van de Opiumwet. Want volgens die wet is cannabis nog steeds officieel verboden maar in Nederland wordt niemand meer opgepakt wanneer hij of zij een kleine hoeveelheid cannabis voor eigen gebruik bezig en mogen aangewezen coffeeshops ook kleine hoeveelheden aan de gebruikers verkopen. Helaas is er binnen dit gedoogbeleid geen oog voor de productie van cannabis en de inkoop van deze coffeeshops. Deze "groothandelsmarkt" blijft tot op de dag van vandaag volledig illegaal. Toch was Nederland met dit gedoogbeleid en haar coffeeshops uniek op de wereld en een voorloper in de decriminalisering van cannabis.
De eerste coffeeshops
In 1972 werd de eerste echte openlijke coffeeshop geopend, genaamd Mellow Yellow. Vanaf midden jaren zeventig groeide het aantal coffeeshops in Nederland snel. En in 1981 begon Johan van Laarhoven de eerste coffeeshop van Tilburg, wat uiteindelijk zou uitgroeien tot The Grass Company.
Langzamerhand ontstonden er ook meer en meer regels voor coffeeshops waaraan coffeeshops moesten voldoen om gedoogd te worden. Maar vanaf 1995 was er écht een kentering te zien in hoe de overheid naar de coffeeshops keek. Er zouden er teveel zijn en zorgden, mede door de toestroom van cannabistoeristen (want Nederland was nu eenmaal het enige land ter wereld met dit fenomeen), voor overlast. Hierdoor werden de regels, die toch al op lokaal niveau aan het ontstaan waren, landelijk opgenomen in de ''Aanwijzing bij de Opiumwet''. Daarmee werden er op landelijk niveau criteria vastgelegd waaraan een coffeeshop moest voldoen om gedoogd te worden. De minimale leeftijd van coffeeshopbezoekers werd 18 jaar. Er mocht niet meer dan 5 gram per persoon per dag verkocht worden. Een coffeeshop mocht niet meer dan 500 gram cannabis in huis hebben en er kwamen regels voor hoe dicht een coffeeshop bij een school gevestigd mocht zijn. Deze gedoogcriteria die destijds zijn opgesteld gelden tot heden nog steeds, maar zijn nog regelmatig aangevuld met nieuwe regels. Zo is het in een aantal gemeenten verboden een coffeeshop te bezoeken wanneer je niet in Nederland woont.
Coffeeshops werden ook steeds meer en steeds harder door de overheid aangepakt. Malafide coffeeshops werden gesloten (wat natuurlijk prima is) maar ook goedwillende coffeeshops werden vanwege veranderd overheidsbeleid steeds vaker gesloten. Het blijkt dat het gedoogbeleid, en zeker de soms onmogelijk te handhaven regels en schizofrene situatie met toegestane verkoop aan de voordeur en illegale inkoop aan de achterdeur, voor de lange termijn niet houdbaar is. Het aantal coffeeshops daalt sinds de jaren negentig dan ook gestaag. Waren er begin jaren negentig nog naar schatting tegen de 1500 coffeeshops in Nederland; Zijn er nu nog maar zo'n 570.
Internationale versoepelingen
Waar in Nederland de overheid steeds strenger is geworden zijn er in andere landen, waar cannabis natuurlijk verboden was, juist versoepelingen gekomen. Dit loopt uiteen van simpele decriminalisering van het bezit van cannabis in landen als Portugal en Tsjechië, via de legalisering van enkel medicinale cannabis in tientallen landen (in Nederland in 2003) tot volledige legalisering van cannabis in landen als Canada, Uruguay en meerdere staten in de VS. Het gedoogbeleid is inmiddels allang achterhaald door deze andere landen, maar gelukkig hebben zij wel geleerd van de Nederlandse proeftuin die het gedoogbeleid decennia lang is geweest. Al deze landen gedogen niet maar legaliseren en hebben de volledige cannabisketen, van zaadje tot eindconsument, geregeld.
Nederland: Experiment gesloten coffeeshopketen
Ook in Nederland heeft men inmiddels het gedogen failliet verklaard en is men zo langzamerhand toe aan een oplossing voor de problemen die het gedoogbeleid met zich meebrengt. Inmiddels is er een wet aangenomen voor een experiment met legale wietteelt, die de coffeeshops van een legaal inkoopkanaal moet gaan voorzien. De bedoeling van het experiment is om de gehele werking rond de coffeeshops transparant te regelen. Er is gepland dat in 2021, mits de coronacrisis geen roet in het eten gooi, het experiment gesloten coffeeshopketen van start gaat. Zo'n tachtig coffeeshops in tien geselecteerde gemeenten zullen hier aan meedoen en worden voorzien van cannabis door maximaal tien legale telers. Tilburg is één van deze tien steden, dus zullen ook de Tilburgse filialen van The Grass Company aan dit experiment meedoen. Als ze niet voor die tijd al aan het gedoogbeleid ten onder zijn gegaan.
Cannabis is in Nederland dus nog steeds illegaal. En, hoewel Nederland jarenlang dé cannabisvoorloper is geweest, nog niemand weet óf en hoe cannabis hier gelegaliseerd gaat worden. Maar dat er grote veranderingen aan zitten te komen op het gebied van cannabis en regelgeving staat als een paal boven water want voor of tegen coffeeshops, iedereen is het er over eens dat het gedoogbeleid haar houdbaarheidsdatum heeft overschreden.