Het begon in Azië 8000 - 2500 jaar v.C.
De relatie van de mens met de cannabisplant is al duizenden jaren oud. Oorspronkelijk afkomstig uit Centraal Azië en het noorden van India is er bewijs dat de hennepplant al zeer vroeg door de mens wordt verbouwd en gebruikt. In een archeologische vindplaats in Japan zijn er cannabiszaadjes gevonden die dateren van zo'n 8000 jaar v.C. Dit wordt gezien als een bewijs dat de zaadjes toen al werden gebruikt en/of gezaaid. Van het gebruik van hennepvezels is er in China bewijs gevonden uit ongeveer 5000 jaar v.C. en ook in andere Aziatische landen als Korea zijn er bewijzen dat er al sinds 3000 jaar v.C. hennepstoffen werden gebruikt. Hennep werd daar dus voornamelijk gebruikt voor haar vezels in de vorm van textiel of touw. Er zijn echter ook vele bewijzen dat hennep waarschijnlijk ook al zeer vroeg werd gebruikt als medicijn, voedsel en/of om haar psychoactieve eigenschappen in bijvoorbeeld religies. De wortels van de plant werden gebruikt voor het genezen van bloedstolsels en infecties en de rest van de plant werd gebruikt om haaruitval en buikpijn te voorkomen. Maar er is ook bewijs dat er al zo'n 2500 jaar v.C. cannabis werd verbrand ten behoeve van de rook in religieuze rituelen.
2000 - 1000 v.C. cannabis verspreidt zich over Eurazië en Afrika
In de eeuwen daarna verspreidde cannabis zich langzaam van China naar India en door naar het Midden-Oosten en via nomaden door Rusland richting Europa. Overal werd hennepvezel gebruikt voor kleding, schoeisel, touwen, maar ook vanwege haar medische en psychotrope eigenschappen. In Indiase geschriften die teruggaan tot 1800 v.C. wordt gesproken over Bhang. Een woord dat nu ook nog in Noord-India wordt gebruikt voor cannabis. Hier wordt het echter meestal niet gerookt, maar gegeten of gedronken. De Indo-Iraanse volkeren verspreidden het gebruik van cannabis naar de oude Assyriërs, de Thraciërs, Daciërs en Scythen en kende in de laatste millennia v.C. het gebruik van cannabis in religieuze rituelen. Waarschijnlijk verbrandden zij de cannabis al vanwege de psychoactieve eigenschappen van de rook.
De Scythen
In de loop der tijd verspreidde de hennepplant zich vanuit Azië over Afrika en het Midden-Oosten. De Scythen brachten belangrijke handelsroutes tot stand die Europa, Azië en het Midden-Oosten met elkaar verbonden. Zij namen verschillende goederen mee waaronder hennep en ook de manieren waarop je deze plant kon gebruiken. Zo deed cannabis, hoewel hennep voor de vezel waarschijnlijk al veel eerder zijn intrede in Europa werd gedaan, ook als genotsmiddel haar intrede in de Europese geschiedenis. De beroemde Griekse historicus Herodotus (450-420 v.C.) schreef al over het cannabisgebruik van de Scythen. Zowel voor reinigingsrituelen als gewoonweg voor de ontspanning gebruikten zij cannabis. Ze maakten dan een tent van takken en lappen stof die ze goed afsloten. In die tent plaatsten ze een aantal gloeiendhete stenen op een bord op de grond waar ze vervolgens een aantal hennepzaden op legden. De rook en damp die vrijkwam ademden ze in en zo voelden ze de effecten van cannabis. Een soort hotboxen dus.
Een soort hotboxen dus.
Verdere verspreiding via het Midden-Oosten
In de eeuwen hierna werd het gebruik van cannabis vooral verspreid door machtige Islamitische volkeren uit Perzië en het Midden-Oosten. Een traditie van de productie van en het gebruik van cannabis als genotsmiddel is eeuwen lang, vooral in deze culturen, terug te vinden. Hindoestaanse en Islamitische handelsreizigers verspreidden het gebruik van cannabis vanuit het oosten over het Midden-Oosten en Afrika. Cannabis werd echter nauwelijks gerookt. De traditie van roken kwam pas echt op nadat de tabak werd geïntroduceerd vanuit Amerika. Tot die tijd werd cannabis voornamelijk gegeten of gedronken.
Het Westen: veel hennep maar nog weinig cannabis
De productie van hennep voor de vezel verspreidde zich al snel over de gehele wereld. De Spanjaarden namen de hennepplant al in de vroege 16e eeuw mee naar Amerika waardoor het ook op dit continent haar intrede deed. Daar verspreidde de cultivatie ervan zich zo snel dat andere 'ontdekkingsreizigers' bij hun 'ontdekkingen' hennepvelden aantroffen die door de inheemse bevolking waren aangeplant.
Ook in Nederland werd de hennepvezel alom gebruikt. Op elk schip van de VOC lag tussen zo'n 50 tot 100 ton hennep. Hier maakten ze scheepstouwen en zeilen van voor hun schepen. Zelfs in de romp van de schepen werd gebruik gemaakt van hennepvezels, het materiaal is namelijk waterbestendig. Ook als medicijn was cannabis nog steeds alom in gebruik. Het was te vinden in menig medicinale kruidentuin door heel Europa. Zo is bekend dat ook in de tuin van het bekende Muiderslot cannabis stond. En heeft onlangs de tuinman van Paleis het Loo de bezoekers van dit koninklijk paleis nog verrast door, geheel historisch verantwoord en gebaseerd op de 17e eeuwse herbarium-boeken, hennepplanten te kweken in de historische paleistuinen. Zo werd cannabis ook in Europa gebruikt voor verschillende doeleinden maar was het gebruik ervan als genotsmiddel nog lang onbekend in Europa en de Verenigde Staten. Pas in de negentiende eeuw, kwam het gebruik van genotsmiddelen (buiten alcohol natuurlijk) als cannabis, in de vorm van hasj, op.
Door de veroveringen van o.a. Napoleon in het Midden-Oosten kwamen zijn legionairs in aanraking met hasj en brachten zij dit met zich mee naar Frankrijk. Hier werd het geadopteerd door intellectuele kringen. Zo kende Parijs in midden negentiende eeuw de 'Club des Hashishins' (club van de hasj-eters) met nu wereldwijd beroemde schrijvers als Victor Hugo (o.a. Les Miserables & De klokkenluider van de Notre-Dame), Alexandre Dumas (o.a. De drie musketiers & De graaf van Monte Cristo), Honoré de Balzac (La Comedie Humaine) en Charles Baudelaire (Les Fleurs du mal).